Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 29 juli 2098

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<juli 2098>
wkmadiwodovrzazo
27 123456
2878910111213
2914151617181920
3021222324252627
3128293031   
        

Navigatie

Jaar A

HH. Marta, Maria en Lazarus

Eerste lezing

Jer. 14, 17-22 Denk toch, Heer, aan uw verbond met ons en verbreek het niet.
Uit de Profeet Jeremia
Ik zou moeten wenen, dag en nacht, zonder ophouden, want een vreselijke ramp heeft mijn dochter getroffen, door een zware slag ligt mijn volk geveld. Ga ik de stad uit, dan zie ik ze daar geveld door het zwaard. Ga ik de stad in, dan zie ik ze daar, uitgeteerd door de honger. Zelfs profeten en priesters worden weggesleept naar een onbekend land. Hebt Gij, Heer, Juda verworpen, hebt Ge van Sion een afkeer gekregen? Waarom hebt Ge ons zo geslagen dat er geen genezing meer is We hoopten op vrede, maar die bleef uit, op een tijd van herstel, maar de verschrikking bleef duren. Heer, wij erkennen onze misdaden en de schuld van onze voorvaderen. Wij hebben inderdaad tegen U gezondigd. Omwille van uw Naam, verwerp ons niet, haal uw roemrijke troon niet door het slijk. Denk toch aan uw verbond met ons en verbreek het niet. Brengen de goden der volken soms regen of laat de hemel zelf die neerstromen? Neen, Gij zijt het, Heer onze God. Wij hopen op U, want dit alles komt van U.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 79 (78), 8, 9, 11, 13
R: God van ons heil, om uw Naam, bevrijd ons.
Laat ons niet boeten voor vroegere zonden, kom met uw barmhartigheid ons tegemoet. want wij zijn maar zwakke mensen.
Ach help ons, God van ons heil, om uw Naam, bevrijd ons, vergeef onze zonden; laat niemand zeggen: waar is nu hun God?
Tot U stijge op het gekerm der geboeiden, bevrijd met uw macht die de dood zijn gewijd.
Maar wij zijn uw volk, Heer, uw eigen kudde, wij zullen U prijzen in eeuwigheid, uw lof van geslacht tot geslacht bezingen.

Evangelie

Joh. 11, 19-27 Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten over het verlies van hun broer. Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was ging zij Hem tegemoet; Maria echter bleef thuis. Martha zei tot Jezus: „Heer, als Gij hier waart geweest zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik, dat, wat Gij ook aan God vraagt, God het U zal geven.” Jezus zei tot haar: „Uw broer zal verrijzen.” Martha antwoordde: „Ik weet dat hij zal verrijzen, bij de verrijzenis op de laatste dag.” Jezus zei haar: „Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?” Zij zei tot Hem: „Ja, Heer, ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven