Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 29 augustus 2096

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<augustus 2096>
wkmadiwodovrzazo
31  12345
326789101112
3313141516171819
3420212223242526
352728293031  
        

Navigatie

Jaar B

Marteldood van de H. Johannes de Doper

Eerste lezing

II Tess. 3, 6-10. 16-18 Als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica
Broeders en zusters, Wij bevelen u in de naam van de Heer Jezus Christus, iedere broeder te mijden die arbeid schuwt en niet leeft volgens de overlevering die gij van ons hebt ontvangen. Hoe gij ons moet navolgen is u bekend; wij hebben bij u geen werk geschuwd en niemands brood om niet gegeten. Dag en nacht hebben wij gearbeid, met veel inspanning en moeite om niemand van u tot last te zijn. Niet dat wij er geen recht toe hebben maar wij wilden een voorbeeld geven ter navolging. Ook toen wij bij u waren, hielden wij u telkens deze regel voor: als iemand niet wil werken, zal hij ook niet eten.
De Heer van de vrede, Hij geve u de vrede, altijd en op allerlei wijzen. De Heer zij met u allen.
Deze groet schrijf ik, Paulus, met eigen hand. Dit is een waarmerk in elke brief. Zo is mijn handschrift.
De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u allen.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 128 (127), 1-2, 4-5
R: Gelukkig die godvrezend zijt.
Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat.
Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn.
Ja, zo wordt elke man gezegend die eer geeft aan de Heer.
U zegene de Heer uit Sion; moogt gij Jeruzalem welvarend zien zolang uw dagen duren.

Evangelie

Mc. 6, 17-29 Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot vrouw genomen. Johannes had immers tot Herodes gezegd: „Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.” Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was en nam hem in bescherming. Telkens wanneer hij hem gehoord had verkeerde hij in tweestrijd maar toch luisterde hij graag naar hem. Er kwam echter een gunstige dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders, zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea. De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. De koning zei tot het meisje: „Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.” En hij bevestigde haar met een eed: „Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven al is het de helft van mijn koninkrijk.” Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: „Wat zou ik vragen?” Deze antwoordde: „Het hoofd van Johannes de Doper.” Zij haastte zich naar binnen, naar de koning en zei hem haar verlangen: „Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft.” Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten wilde hij haar niet afwijzen. Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis. Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje; het meisje gaf het weer aan haar moeder. Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven