
Lezingen - 29 juli 2089
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
HH. Marta, Maria en Lazarus
Eerste lezing
Lev. 23, 1. 4-11. 15-16. 34b-37
Dit zijn de feesten ter ere van de Heer,
die ge als heilige dagen moet vieren.
Uit het Boek Leviticus
In die dagen sprak God tot Mozes:
„Dit zijn de feesten voor de Heer, de heilige dagen,
die gij op de gestelde tijd moet vieren.
„De veertiende dag van de eerste maand, tegen zonsondergang,
is het pasen ter ere van de Heer.
„De vijftiende dag van die maand
is het feest van de ongezuurde broden ter ere van de Heer;
dan moet gij zeven dagen ongezuurd brood eten.
„De eerste dag is voor u een heilige dag; ge moogt dan niet werken.
„Zeven dagen achtereen moet gij God de Heer offers aanbieden.
„De zevende dag is een heilige dag;
dan moogt ge niet werken.”
God sprak tot Mozes:
„Zeg aan de Israëlieten:
Wanneer gij in het land komt, dat Ik u schenk,
en er de oogst binnenhaalt,
moet ge de eerste schoof naar de priester brengen.
„Staande voor de Heer, zondert hij deze af
als aandeel van de priester;
dan schept de Heer behagen in u.
„Dit moet daags na de sabbat geschieden.
„Vanaf de dag na de sabbat, waarop ge de schoof hebt gebracht
die voor de priester bestemd is, moet ge zeven sabbatten tellen.
„En daags na de zevende sabbat, op de vijftigste dag,
moet ge aan de Heer vers graan offeren.
„De tiende dag van de zevende maand
is de dag van verzoening;
het is een heilige dag voor u.
„Gij moet dan uzelf kastijden
en een offer opdragen aan de Heer.
„Op de vijftiende dag van de zevende maand
begint het loofhuttenfeest ter ere van de Heer,
dat zeven dagen duurt.
„De eerste dag is een heilige dag;
ge moogt dan niet werken.
„Zeven dagen achtereen moet ge offers opdragen aan de Heer.
„De achtste dag is voor u een heilige dag;
ook dan moet ge offers opdragen aan de Heer.
„Dat is het slotfeest; ge moogt dan niet werken.
„Dat zijn de feesten ter ere van de Heer,
die ge als heilige dagen moet vieren
en waarop gij hem offers moet brengen:
brandoffers, meeloffers, slachtoffers: en plengoffers,
al naar gelang de verschillende dagen.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 81 (80), 3-4, 5-6ab, 10-11ab
R: Huldigt de Heer, onze sterkte!
Laat horen uw liederen, slaat de cimbalen,
speelt op uw citer en lier.
Laat schallen de hoorn op nieuwe maan,
op volle maan, onze feestdag.
Zoals het voor Israël vastgesteld is,
bevolen door Jakobs God;
zoals Hij het volk van Jozef gebood
toen Hij ten strijde trok tegen Egypte:
Nooit mag er een vreemde god zijn bij u,
aanbid geen goden uit andere landen.
Want Ik ben de Heer, uw enige God,
die u uit Egypte geleid heb.
Evangelie
Joh. 11, 19-27
Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Martha zei tot Jezus:
„Heer, als Gij hier waart geweest
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat, wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
„Uw broer zal verrijzen.”
Martha antwoordde:
„Ik weet dat hij zal verrijzen,
bij de verrijzenis op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
„Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven
ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
„Ja, Heer,
ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven