
Lezingen - 29 juli 2088
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
HH. Marta, Maria en Lazarus
Eerste lezing
Jer. 18, 1-6
Als leem in de hand van de pottenbakker zijt gij in mijn hand, huis van Israël.
Uit de Profeet Jeremia
Dit woord van de Heer kwam tot Jeremia
„Ga naar het huis van de pottenbakker.
„Daar zal Ik u laten horen wat Ik heb te zeggen.”
Ik ging naar het huis van de pottenbakker.
Deze was juist aan het werk op de schijf.
Toen de pot die hij aan het boetseren was
onder zijn handen mislukte,
begon hij met de leem een andere pot te maken,
die hem wel beviel.
Daarop kwam het woord van de Heer tot mij:
„Huis van Israël,
kan Ik niet met u doen als deze pottenbakker
– zo luidt de godsspraak van de Heer –?
„Als leem in de hand van een pottenbakker
zijt gij in mijn hand, huis van Israël.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 146 (145), 2abc, 2d-4, 5-6
R: Gelukkig wie hulp zoekt bij Jacobs God.
of: Alleluia.
De Heer zal ik loven mijn leven lang,
mijn God zal ik al mijn dagen bezingen.
Vertrouwt op geen vorst, die mens is als wij,
hij kan het geluk niet schenken.
Eens geeft hij de geest, keert terug naar de aarde,
dan is het gedaan met zijn macht.
Gelukkig wie hulp zoekt bij Jakobs God,
zijn hoop stelt op God de Heer;
op Hem die hemel en aarde gemaakt heeft,
de zee met al wat daar leeft.
Evangelie
Joh. 11, 19-27
Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Martha zei tot Jezus:
„Heer, als Gij hier waart geweest
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat, wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
„Uw broer zal verrijzen.”
Martha antwoordde:
„Ik weet dat hij zal verrijzen,
bij de verrijzenis op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
„Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven
ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
„Ja, Heer,
ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven