Lezingen - 30 maart 2081
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Pagina 127
Paaszondag - Verrijzenis van de Heer
Eerste lezing
Hand. 10, 34a. 37-43
Wij hebben met Hem gegeten en gedronken,
nadat Hij uit de doden was opgestaan.
Lezing uit de Handelingen van de apostelen
In die dagen
nam Petrus het woord en sprak:
“Gij weet wat er in heel Judea gebeurd is, beginnend in Galilea
na het doopsel dat Johannes predikte:
hoe God Jezus van Nazaret gezalfd heeft
met de Heilige Geest en met kracht.
Hij ging weldoende rond
en genas allen die in de macht waren van de duivel,
want God was met Hem.
En wij zijn getuigen van alles
wat Hij in het land van de Joden en in Jeruzalem gedaan heeft.
Hem hebben ze aan het kruishout geslagen en vermoord.
God heeft Hem echter op de derde dag doen opstaan en laten verschijnen,
niet aan het hele volk,
maar aan de getuigen die door God tevoren waren uitgekozen,
aan ons die met Hem gegeten en gedronken hebben,
nadat Hij uit de doden was opgestaan.
Hij gaf ons de opdracht aan het volk te prediken
en te getuigen dat Hij de door God aangestelde rechter is
over de levenden en de doden.
Van Hem leggen alle profeten het getuigenis af,
dat ieder die in Hem gelooft, door zijn Naam vergiffenis van zonde verkrijgt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 118 (117), 1-2. 16ab-17. 22-23 (R. 24)
R. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt;
laten we juichen en ons verheugen.
Of: Alleluia.
Looft de Heer, want Hij is goed,
voor eeuwig duurt zijn erbarmen.
Laat Israël zeggen:
“Voor eeuwig duurt zijn erbarmen.”
De rechterhand van de Heer richt mij op,
de rechterhand van de Heer doet machtige daden.
Ik zal niet sterven, nee, ik zal leven
en vertellen van de daden van de Heer.
De steen door de bouwers afgekeurd,
die is de hoeksteen geworden.
Dat is het werk van de Heer,
wonderbaar in onze ogen.
Tweede lezing
Kol. 3, 1-4
Zoekt wat boven is, daar waar Christus is.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus
aan de Kolossenzen
Broeders en zusters,
Als gij dan met Christus verrezen zijt,
zoekt wat boven is, daar waar Christus is,
gezeten aan de rechterhand van God.
Richt uw gedachten op wat boven is,
niet op wat op aarde is.
Gij zijt immers gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.
Wanneer Christus, uw leven, verschijnt,
dan zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Joh. 20, 1-9
Hij moest uit de doden opstaan.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.
allen: Lof zij U, Christus.
Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena
vroeg in de morgen — het was nog donker — bij het graf
en zag dat de steen van het graf was weggenomen.
Zij rende dan en kwam bij Simon Petrus
en bij de andere leerling, degene van wie Jezus hield,
en zei hun:
“Ze hebben de Heer uit het graf genomen
en we weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.”
Petrus en de andere leerling gingen dus naar buiten
en kwamen bij het graf.
De twee renden samen,
maar die andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus,
en kwam als eerste bij het graf.
Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen;
toch ging hij niet naar binnen.
Toen kwam ook Simon Petrus die hem gevolgd was,
en hij ging het graf binnen.
Hij zag de zwachtels liggen;
de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt,
lag niet bij de zwachtels, maar apart opgerold.
Toen ging ook de andere leerling,
die het eerst bij het graf was gekomen,
naar binnen;
hij zag en geloofde.
Want zij kenden de Schrift nog niet:
dat Hij uit de doden moest opstaan.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
In plaats van dit Evangelie kan het Evangelie gelezen worden zoals hierboven in de
heilige paasnacht.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven