Lezingen - 17 november 2080
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Pagina 316 (nieuw)
Pagina 645 (oud)
33e zondag door het jaar
Eerste lezing
Spr. 31, 10-13. 19-20. 30-31
Zij werkt tot genoegen van haar handen.
Lezing uit het Boek van de Spreuken
Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?
Haar waarde gaat uit boven die van kostbare koralen.
Het hart van haar man vertrouwt op haar
en zijn winst zal hem niet ontgaan.
Zij brengt hem goed, geen kwaad,
alle dagen van haar leven.
Zij kiest zorgvuldig wol en linnen
en werkt ermee tot genoegen van haar handen.
Zij strekt haar handen uit naar het spinrokken
en zij houdt de weefspoel in haar vingers.
Zij opent haar hand voor de behoeftige
en strekt haar armen uit naar de misdeelde.
Bevalligheid is bedrieglijk, schoonheid is vluchtig,
maar een vrouw die de Heer vreest, zij moet geprezen worden.
Geeft haar van de vrucht van haar eigen handen
en laten haar werken haar prijzen bij de poorten.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 128 (127), 1-2. 3. 4-5 (R. vgl. 1a)
R. Gelukkig allen die de Heer vrezen.
Gelukkig de man die de Heer vreest
en die zijn wegen bewandelt.
Van de vruchten van uw arbeid zult gij eten;
gij zult gelukkig zijn en het zal goed met u gaan.
Uw vrouw is als een vruchtbare wijnstok
binnen in uw huis;
uw kinderen als jonge olijfbomen
rondom uw tafel.
Ja, zo wordt de man gezegend
die de Heer vreest.
De Heer zegene u uit Sion;
dan zult gij de voorspoed van Jeruzalem zien,
alle dagen van uw leven.
Tweede lezing
I Tess. 5, 1-6
Laat de dag van de Heer u niet als een dief verrassen.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus
aan de Tessalonicenzen
Over tijd en ogenblik, broeders en zusters, is het niet nodig u te schrijven.
Want gij weet zelf heel goed,
dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht.
Wanneer zij zeggen: “Vrede en zekerheid”,
dan overvalt hen plotseling het verderf,
zoals weeën een zwangere vrouw;
en zij zullen zeker niet ontsnappen.
Maar gij, broeders en zusters, gij zijt niet in de duisternis,
zodat de dag u als een dief zou verrassen.
Want gij zijt allen kinderen van het licht en kinderen van de dag.
Wij behoren niet toe aan nacht en duisternis.
Laten wij dan ook niet slapen als de anderen,
maar waken en nuchter zijn.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Mt. 25, 14-30 of 14-15. 19-20
Over weinig waart ge trouw;
ga binnen in de vreugde van uw heer.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
“Een man riep bij zijn vertrek naar het buitenland zijn dienaren bij zich
en droeg hun zijn bezittingen over.
Aan de een gaf hij vijf talenten, aan een ander twee,
en aan weer een ander één,
ieder naar zijn bekwaamheid, en hij vertrok.
(Meteen
ging hij die de vijf talenten gekregen had,
ermee werken en verdiende er vijf bij.
Zo verdiende ook die van de twee talenten er twee bij.
Maar die het ene talent had gekregen,
ging een gat in de grond graven en verborg het geld van zijn heer.)
Een hele tijd later kwam de heer van die dienaren terug
en vroeg hun om rekening en verantwoording.
Die de vijf talenten gekregen had,
kwam naar voren en bood nog vijf talenten aan met de woorden:
‘Heer, vijf talenten hebt gij aan mij overgedragen;
zie, vijf talenten heb ik erbij verdiend.’
Zijn heer sprak tot hem:
‘Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen.
Ga binnen in de vreugde van uw heer.’
(Ook die van de twee talenten kwam naar voren en zei:
‘Heer, twee talenten hebt gij aan mij overgedragen;
zie, twee talenten heb ik erbij verdiend.’
Zijn heer sprak tot hem:
‘Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen.
Ga binnen in de vreugde van uw heer.’
Ook hij die het ene talent had gekregen,
kwam naar voren en zei:
‘Heer, ik heb u leren kennen als een hardvochtig man,
die oogst waar gij niet gezaaid hebt
en binnenhaalt waar gij niet hebt uitgestrooid.
En in mijn angst ben ik uw talent in de grond gaan verbergen.
Zie, hier hebt gij wat van u is.’
Maar zijn heer antwoordde hem:
‘Slechte en luie dienaar,
ge wist dus dat ik oogst waar ik niet gezaaid heb,
en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid?
Daarom hadt ge mijn geld bij de bankiers moeten uitzetten,
dan zou ik bij mijn komst mijn bezit met rente teruggekregen hebben.
Neemt hem dus dat talent af
en geeft het aan wie de tien talenten heeft.
Want aan ieder die heeft,
zal gegeven worden en hij zal overvloed hebben;
maar van wie niet heeft, zal zelfs ontnomen worden wat hij heeft.
En werpt die nutteloze dienaar in de buitenste duisternis;
daar zal geween zijn en tandengeknars.’”)
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven