Lezingen - 3 november 2080
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Pagina 310 (nieuw)
Pagina 641 (oud)
31e zondag door het jaar
Eerste lezing
Mal. 1, 14b - 2a, 2b. 8-10
Gij zijt van de weg afgeweken
en hebt door uw onderricht van de wet velen laten struikelen.
Lezing uit de Profetie van Maleachi
“Ik ben een grote koning
– zegt de Heer van de hemelse machten –
en mijn Naam wordt gevreesd onder de volken.
Daarom geldt voor u, priesters, dit gebod:
Wanneer gij niet luistert
en wanneer gij het niet ter harte neemt om eer te geven aan mijn Naam
– zo spreekt de Heer van de hemelse machten –,
dan laat Ik een vloek over u komen.
Gij zijt van de weg afgeweken
en hebt door uw onderricht van de wet velen ten val gebracht;
gij hebt het verbond met Levi teniet gedaan,
– zegt de Heer van de hemelse machten.
Daarom zal Ik zorgen
dat gij bij het hele volk verguisd en versmaad wordt,
omdat gij mijn wegen niet hebt bewandeld
en in uw onderricht van de wet de mensen naar de ogen hebt gezien.
Hebben wij niet allen één vader?
Heeft niet één God ons geschapen?
Waarom bedriegen wij elkaar dan
en schenden wij het verbond van onze vaderen?”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 131 (130), 1. 2. 3
R. Bewaar mijn ziel in vrede bij U, Heer.
Heer, mijn hart is niet hoogmoedig,
mijn ogen kijken niet verwaand;
ik ben niet uit op wat te groot is,
op wat mij overstijgt.
Verstild ben ik, ik heb mijn ziel tot rust gebracht;
als een verzadigd kind bij zijn moeder,
als een verzadigd kind is mijn ziel in mij.
Israël, wacht in vertrouwen op de Heer
van nu af tot in eeuwigheid.
Tweede lezing
I Tess. 2, 7b-9. 13
Wij wilden u graag niet alleen het Evangelie van God meedelen,
maar ook ons leven.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus
aan de Tessalonicenzen
Broeders en zusters,
Wij waren zachtmoedig in uw midden,
zoals een voedster haar kinderen koestert:
zo verlangden wij naar u
en wilden wij graag niet alleen het Evangelie van God met u delen,
maar ook ons leven,
omdat gij ons lief geworden zijt.
Gij herinnert u toch, broeders en zusters,
ons zwoegen en onze inspanning.
Terwijl wij dag en nacht werkten om niemand van u tot last te zijn,
verkondigden wij u het Evangelie van God.
En daarom brengen ook wij onophoudelijk dank aan God,
omdat gij, toen gij het woord van God ontving dat gij van ons hebt gehoord,
het hebt aanvaard,
niet als een woord van mensen,
maar als wat het inderdaad is: het woord van God,
dat ook werkzaam blijft in u die gelooft.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Mt. 23, 1-12
Zij doen niet wat zij zeggen.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
sprak Jezus tot de menigte en tot zijn leerlingen:
“Op de leerstoel van Mozes
hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaatsgenomen.
Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen,
maar handelt niet naar hun werken;
want zij doen niet wat zij zeggen.
Zij bundelen zware, ondraaglijke lasten
en leggen die de mensen op de schouders,
maar zelf willen zij ze met geen vinger verroeren.
Al hun werken doen zij om gezien te worden door de mensen;
zij maken immers hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot;
ze zijn belust op de voornaamste plaats bij de maaltijden
en op de voorste zetels in de synagogen,
en op de begroetingen op de markt
en dat ze door de mensen ‘rabbi’ genoemd worden.
Maar gij moet u geen ‘rabbi’ laten noemen,
want gij hebt één Meester en gij zijt allen broeders.
En noemt niemand van u op aarde ‘vader’,
want gij hebt één Vader, de hemelse.
En laat u ook geen ‘leraar’ noemen,
want gij hebt één leraar, de Christus.
Wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn.
Alwie zichzelf verheft, zal vernederd
en alwie zichzelf vernedert, zal verheven worden.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven