Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 20 oktober 2080

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<oktober 2080 >
wkmadiwodovrzazo
40 123456
4178910111213
4214151617181920
4321222324252627
4428293031   
        

Navigatie

Jaar A Pagina 304 (nieuw) Pagina 638 (oud)

29e zondag door het jaar

Eerste lezing

Jes. 45, 1. 4-6
Ik heb Cyrus bij zijn rechterhand genomen om de volkeren voor hem neer te werpen.
Lezing uit het Boek Jesaja
Dit zegt de Heer tot Cyrus, zijn gezalfde, die Hij bij zijn rechterhand heeft genomen om de volkeren voor hem neer te werpen, om koningen de gordels van de lenden te trekken, om deuren voor hem open te stoten en geen poort gesloten te laten:
“Het was omwille van mijn dienaar Jakob en om Israël, mijn uitverkorene, dat Ik u bij uw naam heb geroepen en u een eretitel heb gegeven, alhoewel gij Mij niet kende. Ik ben de Heer, er is geen ander! Buiten Mij is er geen God. Ik heb u omgord, alhoewel gij Mij niet kende, zodat allen het nu kunnen weten, die van het oosten en die van het westen, dat er buiten Mij niemand is. Ik ben de Heer, er is geen ander!”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 96 (95), 1 en 3. 4-5. 7-8. 9-10ac (R. 7b)
R. Huldigt de Heer om zijn glorie en macht.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang, zingt van de Heer, heel de aarde. Verhaalt zijn glorie aan de volken, aan alle naties zijn wondere daden.
Want groot is de Heer en zeer te prijzen, meer te vrezen dan alle goden. De goden van andere volken zijn waardeloos, maar de Heer heeft de hemel gemaakt.
Huldigt de Heer, alle stammen en volken, huldigt de Heer om zijn glorie en macht. Huldigt de Heer om de glorie van zijn Naam, betreedt zijn voorhoven met uw geschenken.
Buigt diep voor de Heer in heilige luister; heel de aarde, siddert voor Hem. 10ac Zegt het de volken: “De Heer is koning; Hij bestuurt de volken in gerechtigheid.”

Tweede lezing

I Tess. 1, 1-5b
Wij gedenken uw geloof, liefde en hoop.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de Tessalonicenzen
Paulus, Silvánus en Timóteüs aan de Kerk van de Tessalonicenzen, in God de Vader en de Heer Jezus Christus: genade zij u en vrede. Steeds brengen wij God dank voor u allen, telkens wanneer wij u gedenken in onze gebeden. Wij gedenken onophoudelijk voor het aanschijn van onze God en Vader het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de standvastigheid van uw hoop op onze Heer Jezus Christus. Wij hebben, broeders en zusters die door God geliefd zijn, weet van uw uitverkiezing, 5ab want ons Evangelie is immers niet tot u gekomen met het woord alleen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle overtuiging.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Evangelie

Mt. 22, 15-21
Geeft aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
gingen de Farizeeën onder elkaar beraadslagen hoe ze Jezus in zijn eigen woorden konden vangen. Zij stuurden hun leerlingen met de Herodianen op Hem af met de vraag: “Meester, wij weten dat Gij waarachtig zijt en de weg van God naar waarheid leert en U aan niemand iets gelegen laat liggen, want Gij ziet de mensen niet naar de ogen. Zeg ons daarom: Wat dunkt U, is het geoorloofd belasting te betalen aan de keizer of niet?” Maar Jezus kende hun boze opzet en zei: “Waarom stelt gij Mij op de proef, huichelaars? Laat Mij de belastingmunt eens zien.” Zij hielden Hem een denarie voor. En Hij zei hun: “Van wie is deze afbeelding en het opschrift?” Zij zeiden Hem: “Van de keizer.” Toen zei Hij tot hen: “Geeft dan aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat van God is.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven