Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 13 oktober 2080

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<oktober 2080 >
wkmadiwodovrzazo
40 123456
4178910111213
4214151617181920
4321222324252627
4428293031   
        

Navigatie

Jaar A Pagina 299 (nieuw) Pagina 635 (oud)

28e zondag door het jaar

Eerste lezing

Jes. 25, 6-10a
De Heer zal een maaltijd aanrichten en de tranen afwissen van alle gezichten.
Lezing uit het Boek Jesaja
De Heer van de hemelse machten zal op deze berg voor alle volken een maaltijd aanrichten, een maaltijd van vette spijzen en van belegen wijnen, een maaltijd van vette, mergrijke spijzen en van uitgelezen wijnen. Op deze berg zal Hij de sluier verscheuren die ligt over alle volken, en de bedekking die alle naties bedekt. Hij zal de dood voor eeuwig vernietigen en van alle gezichten zal Hij, de Heer God, de tranen afwissen. Hij zal de smaad van zijn volk wegnemen van de gehele aarde. Ja, zo heeft de Heer gesproken. Op die dag zal men zeggen: “Dat is onze God, wij hoopten op Hem, dat Hij ons zou redden. Dat is de Heer, op wie wij steunden: laat ons jubelen en ons verheugen om zijn heil. Ja, de hand van de Heer zal rusten op deze berg.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 23 (22), 1-3a. 3b-4. 5. 6 (R. 6cd)
R. Ik mag wonen in het huis van de Heer, tot in lengte van dagen.
De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. Hij laat mij neerliggen in grazige weiden, Hij voert mij naar rustig water, daar geeft Hij mij nieuwe kracht.
Hij leidt mij op het rechte spoor, omwille van zijn Naam. Al ga ik door dalen van duisternis en dood, ik vrees geen onheil, want Gij zijt bij mij: uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
Gij dekt voor mij de tafel, voor de ogen van mijn belagers; met olie zalft Gij mijn hoofd, mijn beker vloeit over.
Ja, uw goedheid en liefde blijven mij volgen alle dagen van mijn leven. Ik zal wonen in het huis van de Heer, tot in lengte van dagen.

Tweede lezing

Fil. 4, 12-14. 19-20
Alles kan ik aan door Hem die mij kracht geeft.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus aan de Filippenzen
Broeders en zusters,
Ik weet wat het is om vernederd te worden en ik weet ook wat het is om overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd: zowel in het zich verzadigen als in het honger lijden, zowel in het overvloed hebben als in het gebrek lijden. Alles kan ik aan door Hem die mij kracht geeft. Toch hebt gij er goed aan gedaan deelgenoot te zijn in mijn verdrukking. Maar mijn God zal elke behoefte van u vervullen overeenkomstig zijn rijkdom: de heerlijkheid in Christus Jezus. Aan onze God en Vader zij de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen! Amen.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Evangelie

Mt. 22, 1-14 of 1-10
Roept wie ge maar vindt, tot het bruiloftsmaal.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
nam Jezus het woord en sprak opnieuw in gelijkenissen tot de hogepriesters en de oudsten van het volk. Hij zei: “Het Koninkrijk der hemelen gelijkt op een mens, een koning die een bruiloftsmaal aanrichtte voor zijn zoon. Hij zond zijn dienaren uit om de genodigden tot het bruiloftsmaal te roepen, maar zij wilden niet komen. Daarop zond hij andere dienaren uit en sprak: ‘Zegt aan de genodigden: Zie, ik heb mijn maaltijd bereid, mijn ossen en het gemeste vee zijn geslacht en alles is gereed. Komt naar het bruiloftsmaal.’ Maar zij negeerden het en gingen weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. De overigen grepen zijn dienaren, mishandelden en doodden hen. De koning ontstak in toorn en stuurde zijn troepen om die moordenaars te gronde te richten en hun stad in brand te steken. Toen zei hij tot zijn dienaren: ‘Het bruiloftsmaal is gereed, maar de genodigden waren niet waardig. Gaat dus naar de kruispunten van de wegen en roept wie ge er maar vindt, tot het bruiloftsmaal.’ lin die dienaren gingen naar de wegen en verzamelden allen die zij vonden, slechten zowel als goeden, en de bruiloftsdis liep vol met gasten.
(Toen de koning binnenkwam om de aanliggenden te zien, zag hij daar een man, niet gekleed in bruiloftskleding. En hij zei tot hem: ‘Vriend, hoe zijt gij hier binnengekomen zonder bruiloftskleding?’ Maar hij zweeg. Toen zei de koning tot de bedienden: ‘Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem in de buitenste duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars.’ Velen immers zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.”)
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven