Lezingen - 7 oktober 2080
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Heilige maagd Maria van de Rozenkrans
Eerste lezing
Hand. 1, 12-14
Uit de Handelingen der Apostelen.
Nadat Jezus ten hemel was opgenomen
keerden de apostelen van de Olijfberg naar Jeruzalem terug.
Deze berg ligt dichtbij Jeruzalem op sabbatsafstand.
Daar aangekomen gingen zij naar de bovenzaal
waar zij verblijf hielden:
Petrus en Johannes, Jakobus en Andreas,
Filippus en Thomas, Bartolomeüs en Matteüs,
Jakobus, de zoon van Alfeüs,
Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus.
Zij bleven allen eensgezind volharden in het gebed
samen met de vrouwen,
met Maria de moeder van Jezus, en met zijn broeders.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Lc. 1, 46-47. 48-49. 50-51. 52-53. 54-55
R. Zalig zijt gij, Maagd Maria,
Gij hebt de Zoon van de eeuwige Vader
in uw schoot gedragen.
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd:
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
de Machtige, groot is zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm,
vermetelen drijft Hij uiteen;
Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
eenvoudigen brengt Hij tot aanzien.
Behoeftigen schenkt Hij overvloed
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig;
Zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Evangelie
Lc. 1, 26-38
Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
De engel trad bij haar binnen en sprak:
“Verheug u, Begenadigde, de Heer is met u,
gij zijt de gezegende onder de vrouwen.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
“Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn
koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
“Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
“De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
“Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven