Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 15 september 2080

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<september 2080 >
wkmadiwodovrzazo
35      1
362345678
379101112131415
3816171819202122
3923242526272829
4030      

Navigatie

Jaar A Pagina 286 (nieuw) Pagina 627 (oud)

24e zondag door het jaar

Eerste lezing

Sir. 27, 33 - 28, 9
Vergeef uw naaste zijn onrecht: dan worden, wanneer gij erom bidt, uw eigen zonden kwijtgescholden.
Lezing uit het Boek Jezus Sirach
Wrok en gramschap zijn iets afschuwelijks, alleen een zondaar blijft zich eraan vasthouden. Wie wraak neemt, zal de wraak van de Heer voelen; de Heer zal zijn zonden nooit uit het oog verliezen. Vergeef uw naaste zijn onrecht; dan worden, wanneer gij erom bidt, uw eigen zonden kwijtgescholden. Kan een mens, die tegenover een medemens in zijn gramschap volhardt, bij de Heer zijn genezing komen zoeken? Kan hij, die geen barmhartigheid toont aan zijn evenmens, om vergeving bidden voor zijn eigen zonden? Als iemand, die zelf maar vlees is, in zijn wrok volhardt, wie zal dan verzoening afsmeken voor zijn zonden? Denk aan het einde en houd op met haten. Denk aan de ondergang en de dood en blijf in de geboden. Denk aan de geboden en koester geen wrok tegen uw naaste. Denk aan het verbond van de Allerhoogste en zie de onwetendheid van uw naaste door de vingers.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 103 (102), 1-2. 3-4. 9-10. 11-12 (R. 8)
R. Barmhartig en genadig is de Heer, geduldig en vol liefde.
Zegen de Heer, mijn ziel, en heel mijn hart zijn heilige Naam. Zegen de Heer, mijn ziel, en vergeet al zijn weldaden niet.
Hij vergeeft al uw schuld, en geneest al uw ziekten; Hij koopt uw leven vrij van het graf, en kroont u met liefde en ontferming.
Hij voert geen rechtszaak zonder eind, Hij houdt niet voor eeuwig vast aan zijn toorn: Hij behandelt ons niet naar onze zonden, Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
Nee, als de hemel over de aarde, zo hoog welft zijn liefde over hen die Hem vrezen. Zo ver als het oosten van het westen is, zo ver heeft Hij onze misdaden van ons verwijderd.

Tweede lezing

Rom. 14, 7-9
Of wij leven of sterven, de Heer behoren wij toe.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus aan de Romeinen
Broeders en zusters,
Niemand van ons leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heer, als wij sterven, sterven wij voor de Heer: of wij dus leven of sterven, de Heer behoren wij toe. Daartoe immers is Christus gestorven en weer levend geworden: om Heer te zijn over doden en levenden.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Evangelie

Mt. 18, 21-35
Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik u, moet gij vergeven, maar tot zeventig maal zevenmaal.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
kwam Petrus naar Jezus toe en zei Hem: “Heer, hoe vaak moet ik mijn broeder die tegen mij zondigt, vergeven? Tot zevenmaal toe?” Jezus zei hem: “Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik u, maar tot zeventig maal zevenmaal. Daarom gelijkt het Koninkrijk der hemelen op een mens, een koning, die rekening en verantwoording wilde vragen aan zijn dienaren. Toen hij rekening en verantwoording begon te vragen, bracht men iemand bij hem die tienduizend talenten schuldig was. Omdat hij niets had om terug te betalen, beval de heer hem te verkopen met vrouw en kinderen en alles wat hij bezat, en zo te betalen. De dienaar wierp zich op zijn knieën voor hem neer en zei: ‘Heb geduld met mij en ik zal u alles terugbetalen.’ Door medelijden bewogen voor die dienaar, liet de heer hem gaan en schold hem de lening kwijt. Maar toen die dienaar buiten kwam, trof hij daar een van zijn mededienaren, die hem honderd denariën schuldig was; hij greep hem bij de keel en zei: ‘Betaal terug wat ge schuldig zijt.’ Zijn mededienaar wierp zich voor hem neer en smeekte: ‘Heb geduld met mij en ik zal u terugbetalen.’ Maar hij weigerde; hij ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij het verschuldigde zou hebben terugbetaald. Toen nu zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, waren zij zeer bedroefd en gingen hun heer alles vertellen wat er gebeurd was. Daarop riep zijn heer hem en zei hem: ‘Slechte dienaar, heel die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat ge mij zo gesmeekt hebt. Moest ook gij geen medelijden hebben met uw mededienaar, zoals ik met u medelijden heb gehad?’ En in toorn ontstoken, leverde zijn heer hem over aan de beulen, totdat hij al het verschuldigde terugbetaald zou hebben. Zo zal ook mijn hemelse Vader met u doen, wanneer eenieder van u zijn broeder niet van harte vergeeft.”
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven