Lezingen - 11 februari 2080
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Pagina 226 (nieuw)
Pagina 591 (oud)
6e zondag door het jaar
Eerste lezing
Sir. 15, 16-21
Hij heeft niemand bevolen goddeloos te handelen.
Lezing uit het Boek Jezus Sirach
Wanneer gij de geboden wilt onderhouden, dan zullen zij u behouden;
als gij erop vertrouwt, zult gij leven.
Hij heeft vuur en water voor u neergezet:
gij kunt uw hand uitstrekken naar wat ge verkiest.
Vóór de mens liggen het leven en de dood, het goede en het kwade,
en wat hem behaagt, wordt hem gegeven.
Want groot is de wijsheid van God, zijn macht is geweldig en Hij ziet alles.
De ogen van de Heer zijn gericht op wie Hem vrezen
en iedere daad van de mens is Hem bekend.
Hij heeft niemand bevolen goddeloos te handelen
en aan niemand verlof gegeven om te zondigen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 119 (118), 1-2. 4-5. 17-18. 33-34 (R. 1b)
R. Gelukkig wie leven volgens de wet van de Heer.
Gelukkig wie volmaakt zijn in hun wegen
en leven volgens de wet van de Heer.
Gelukkig wie zijn geboden onderhouden
en Hem zoeken met heel hun hart.
Gijzelf hebt immers opdracht gegeven
uw bevelen met zorg te onderhouden.
Ach, was mijn stap maar zo zeker
dat ik uw wetten onderhield.
Doe wel aan mij, uw dienaar, dan zal ik leven
en zal ik uw woord onderhouden.
Neem de sluier van mijn ogen
om de wonderen van uw wet te zien.
Wijs mij, Heer, de weg van uw wetten;
dan zal ik hem volgen, voorgoed.
Geef mij inzicht en ik zal uw wet bewaren,
hem onderhouden met heel mijn hart.
Tweede lezing
I Kor. 2, 6-10
God heeft van alle eeuwigheid de wijsheid voorbestemd
voor onze verheerlijking.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus
aan de Korintiërs
Broeders en zusters,
Wij spreken onder de volmaakten over wijsheid,
maar dat is niet de wijsheid van deze wereld
of van de heersers van deze wereld, die ten onder zullen gaan.
Maar wij spreken over Gods mysterievolle wijsheid,
die verborgen was,
die God van alle eeuwigheid heeft voorbestemd voor onze verheerlijking.
Niemand van de heersers van deze wereld heeft ervan geweten.
Als zij ervan geweten hadden,
zouden zij de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
Maar zoals geschreven is:
“Wat het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord,
en in geen mensenhart is opgekomen,
dat heeft God bereid voor hen die Hem liefhebben.”
Maar aan ons heeft God het geopenbaard door de Geest,
want de Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepten van God.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Mt. 5, 17-37 of 20-22a. 27-28. 33-34a. 37
Gij hebt gehoord wat tot onze voorouders is gezegd, maar Ik zeg u.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
(“Meent niet dat Ik gekomen ben om Wet of Profeten op te heffen.
Ik ben niet gekomen om op te heffen,
maar om te vervullen.
Want, amen, Ik zeg u:
voordat hemel en aarde voorbijgaan,
zal niet één jota of haaltje uit de wet voorbijgaan,
voordat alles geschied is.
Wie dus ook maar een van die kleinste geboden opheft
en zo de mensen leert,
zal de kleinste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen,
maar wie ze onderhoudt en leert,
zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Want) Ik zeg u:
als uw gerechtigheid
die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft,
zult gij zeker niet binnengaan in het Koninkrijk der hemelen.
Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd:
‘Gij zult niet doden.
Wie doodt, zal strafbaar zijn voor het gerecht.’
Maar Ik zeg u:
ieder die vertoornd is op zijn broeder,
zal strafbaar zijn voor het gerecht.
(En wie tot zijn broeder zegt: ‘Raka’,
zal strafbaar zijn voor het Sánhedrin,
en wie zegt: ‘Dwaas’,
zal strafbaar zijn met het gehenna van vuur.
Als gij dus uw offergave naar het altaar draagt
en daar herinnert gij u dat uw broeder iets tegen u heeft,
laat dan daar uw offergave vóór het altaar achter,
ga u eerst met uw broeder verzoenen
en kom dan terug om uw offergave aan te bieden.
Word het snel eens met uw tegenpartij,
zolang ge nog met hem onderweg zijt;
anders zou uw tegenpartij u wel eens aan de rechter kunnen overleveren,
en de rechter u aan de gerechtsdienaar,
en zoudt gij in de gevangenis worden geworpen.
Amen, Ik zeg u:
ge zult daar zeker niet uitkomen,
totdat ge de laatste quadrans hebt terugbetaald.)
Gij hebt gehoord, dat er gezegd is:
‘Gij zult geen echtbreuk plegen.’
Maar Ik zeg u:
ieder die naar een vrouw kijkt om haar te begeren,
heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd.
(Als uw rechteroog u aanstoot geeft,
ruk het uit en werp het van u weg;
want het is beter voor u,
dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat
en dat niet heel uw lichaam in de gehenna wordt geworpen.
En als uw rechterhand u aanstoot geeft,
hak haar af en werp haar van u weg;
want het is beter voor u,
dat één van uw lichaamsdelen verloren gaat
en dat niet heel uw lichaam in de gehenna komt.
Ook is er gezegd:
‘Wie zijn vrouw verstoot,
moet haar een scheidingsbrief geven.’
Maar Ik zeg u:
ieder die zijn vrouw verstoot,
behalve in geval van ontucht,
maakt haar tot echtbreekster;
en wie een verstoten vrouw huwt, begaat echtbreuk.)
Verder hebt gij gehoord,
dat tot onze voorouders gezegd is:
‘Gij zult geen valse eed doen,
maar gij zult voor de Heer uw eden houden.’
Maar Ik zeg u in het geheel niet te zweren;
(noch bij de hemel, want dat is de troon van God,
noch bij de aarde, want dat is de voetbank voor zijn voeten,
noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning,
noch bij uw hoofd zult gij zweren,
want gij kunt niet één haar wit of zwart maken.)
Maar uw woord ‘ja’ moet ‘ja’ zijn en uw ‘nee’ ‘nee’;
en wat hier bovenuit gaat, is uit den Boze.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven