Lezingen - 9 november 2079
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Kerkwijding van de basiliek van Lateranen
Eerste lezing
Ez. 47, 1-2. 8-9. 12
Ik heb water zien stromen uit de tempel, en allen tot wie dit water is gekomen, zijn verlost.
Lezing uit de Profetie van Ezechiël
In die dagen
bracht een engel mij terug naar de ingang van het huis van de Heer.
En daar zag ik onder de drempel van het huis water opwellen
en in oostelijke richting stromen;
de voorzijde van de tempel lag immers op het oosten.
Het water stroomde onder de rechterzijwand van de tempel door,
zuidelijk langs het altaar.
Hij leidde mij door de noordpoort
buitenom naar de oostelijke buitenpoort
en aan de rechterzijde daarvan
kwam het water weer tevoorschijn.
En de engel zei tot mij:
“Dit water stroomt door het oostelijk deel van het land naar de Áraba,
mondt uit in de Zoutzee en maakt het water gezond.
De rivier brengt leven, overal waar hij stroomt;
het wemelt er van dieren.
De zee zit vol vis,
want de rivier die erin uitmondt, maakt het water gezond.
Overal waar hij stroomt, is volop leven.
Aan beide oevers van de rivier groeien allerlei vruchtbomen;
hun bladeren verdorren niet
en ze zijn nooit zonder vruchten.
Elke maand dragen ze nieuwe vruchten,
omdat het water dat ze voedt, uit het heiligdom komt.
De vruchten zijn eetbaar
en de bladeren hebben geneeskracht.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 46 (45), 2-3. 5-6. 8-9 (R. 5)
R. Een wijdvertakte rivier brengt vreugde in de stad van God,
woonplaats en heiligdom van de Allerhoogste.
God is onze toevlucht en vesting,
bij uitstek onze helper in de nood:
al beeft de aarde, wij kennen geen angst,
al storten de bergen in het midden van de zee.
Een wijdvertakte rivier brengt vreugde in de stad van God,
woonplaats en heiligdom van de Allerhoogste.
God is in haar midden, zij stort niet in,
want God zal haar helpen zodra het ochtendlicht daagt.
Met ons is de Heer van de machten,
de God van Jakob is onze toevlucht.
Komt en ziet de werken van de Heer,
ontstellend is wat Hij op aarde doet.
Tweede lezing
I Kor. 3, 9b-11. 16-17
Gij zijt de tempel van God.
(Wanneer het feest op een weekdag valt wordt de eerste of tweede lezing genomen als eerste lezing en vervalt de tweede lezing.)
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus
aan de Korintiërs
Broeders en zusters,
Gij zijt Gods bouwwerk.
Volgens de genade van God die mij gegeven is,
heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd
en een ander bouwt erop voort.
Maar laat iedereen toezien hoe hij daarop bouwt.
Want niemand kan een ander fundament leggen
dan wat er reeds ligt, namelijk Jezus Christus.
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt
en dat de Geest van God in u woont?
Als iemand de tempel van God te gronde richt,
zal God hem te gronde richten.
Want de tempel van God is heilig,
en die tempel zijt gij.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Joh. 2, 13-22
Hij sprak over de tempel van zijn lichaam.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.
allen: Lof zij U, Christus.
Toen het paasfeest van de Joden nabij was,
ging Jezus op naar Jeruzalem.
In de tempel trof Hij de verkopers aan van runderen, schapen en duiven
en de geldwisselaars, die daar zaten.
Hij maakte van touwen een gesel,
dreef ze allemaal uit de tempel, ook de schapen en de runderen;
het kleingeld van de wisselaars smeet Hij in het rond
en de tafels gooide Hij omver.
En tot de duivenhandelaars zei Hij:
“Haalt dit alles hier weg!
Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!”
Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat:
“De ijver voor uw huis zal mij verteren.”
De Joden richtten zich tot Hem met de woorden:
“Wat voor teken laat Gij ons zien, dat Gij dit doen moogt?”
Jezus antwoordde hun:
“Breekt deze tempel af
en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.”
De Joden zeiden:
“Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd;
en Gij zult hem in drie dagen doen herrijzen?”
Hij echter sprak over de tempel van zijn lichaam.
Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden,
herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had,
en zij geloofden in de Schrift
en in het woord dat Jezus gesproken had.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven