
Lezingen - 2 juni 2035
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Onbevlekt Hart van Maria
Eerste lezing
Sir. 51, 12-20
Ik heb geworsteld om de wijsheid te bezitten; door loutering vond ik haar.
Uit het Boek Ecclesiasticus
Heer en Koning,
Gij hebt mij gered van het verderf,
mij verlost van alle kwaad.
Daarom zal ik U danken en loven
en de naam des Heren prijzen.
Toen ik nog jong was, voordat ik ging zwerven,
zocht ik openlijk wijsheid in mijn gebed:
Staande voor de tempel vroeg ik er om,
en tot het laatste toe zal ik haar zoeken.
Wanneer zij zich ontplooide als een rijpende druif,
verheugde ik mij over haar.
Van mijn jeugd af volgde ik haar spoor;
mijn voet betrad de rechte weg.
Ik legde mijn oor maar even te luisteren
en ving haar op en ik dankte aan haar veel wijze lessen.
Ik maakte vorderingen in de wijsheid Hem die mij leerde,
gaf ik de eer,
want ik was erop bedacht
de wijsheid in praktijk te brengen.
Ik zocht het goede
en werd niet beschaamd.
Ik heb geworsteld om wijsheid te bezitten
en nauwgezet heb ik de wet onderhouden;
ik strekte mijn handen ten hemel
en betreurde mijn onwetendheid.
Op wijsheid richtte ik mijn aandacht,
en door loutering vond ik haar;
met haar verwierf ik inzicht van het begin af aan,
daarom zal ik niet verlaten worden.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 19 (18), 8, 9, 10, 11
R: Rechtmatig zijn de bevelen des Heren,
bevredigend voor het gemoed.
De wet van de Heer is volkomen,
zij sterkt de onzekere geest.
Zijn voorschriften zijn betrouwbaar,
onwetenden maken zij wijs.
Rechtmatig zijn al zijn bevelen,
bevredigend voor het gemoed.
Glashelder zijn zijn geboden,
zij zijn een licht voor het oog.
Het woord van de Heer is eerlijk,
het blijft in eeuwigheid waar.
Zijn uitspraken zijn waarachtig,
rechtvaardig in iedere zaak.
Gezocht meer dan goud of juwelen,
welsmakend als honingzeem.
Evangelie
Lc. 2, 41-51
Zij bewaarde al deze woorden in haar hart.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
allen: Lof zij U, Christus.
Ieder jaar reisden de ouders van Jezus
bij gelegenheid van het Paasfeest naar Jeruzalem.
En overeenkomstig het gebruik bij dit feest
gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was.
Maar na afloop van die dagen keerden zij naar huis terug.
Het kind Jezus bleef echter in Jeruzalem achter
zonder dat zijn ouders het wisten.
In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond,
gingen zij een dagreis ver,
en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden.
Omdat zij Hem niet vonden
keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug.
Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel,
waar Hij te midden van de leraren zat
naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde.
Allen die Hem hoorden
waren verbaasd over zijn inzicht en zijn antwoorden.
Toen zijn ouders Hem daar opmerkten stonden zij verslagen.
Zijn moeder zei tot Hem:
„Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan?
Denk toch eens met wat een pijn
uw vader en ik naar U hebben gezocht.”
Maar Hij antwoordde:
„Wat hebt ge toch naar Mij gezocht?
Wist ge dan niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?”
Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.
Hij ging met hen mee naar Nazaret
en was aan hen onderdanig.
Zijn moeder bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven