Parochiecluster Ubach over Worms

Lezingen - 7 januari 2035

Spring naar hoofdtekst

Navigatie­kalender

<januari 2035 >
wkmadiwodovrzazo
011234567
02891011121314
0315161718192021
0422232425262728
05293031    
        

Navigatie

Jaar A Pagina 48 (nieuw) Pagina 34 (oud)

Openbaring des Heren

Eerste lezing

Jes. 60, 1-6
De glorie van de Heer gaat over u op.
Lezing uit het Boek Jesaja
Sta op, Jeruzalem, schitter, want uw licht is gekomen, en de glorie van de Heer gaat over u op. Want zie, duisternis bedekt de aarde, het donker ligt over de volken, maar over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen. Volkeren komen af op uw licht, koningen op de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op en kijk om u heen: allen verzamelen zich en komen naar u, uw zonen komen van verre. uw dochters draagt men op de heup. Gij zult het zien en stralen van blijdschap, en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde, Want de schatten van de zee vloeien naar u toe, naar u komt de rijkdom van de volkeren. Een vloed van kamelen bedekt u, dromedarissen uit Midjan en Efa; alle inwoners van Sebas ze brengen goud en wierook mee, en verkondigen de lof van de Heer.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 72 (71), 2. 7-8. 10-11. 12-13 (R. vgl. 11)
R. Alle volken van de aarde zullen U aanbidden, Heer.
God, laat de koning uw recht spreken, geef de zoon van de koning uw rechtvaardigheid. Hij zal uw volk rechtvaardig besturen en rechtspreken over uw armen.
In zijn dagen zal rechtvaardigheid bloeien, vrede in overvloed, tot er geen maan meer is. En heersen zal hij van zee tot zee, van de Rivier tot aan de einden van de aarde.
De koningen van Tarsis en de kustlanden dragen geschenken aan; de koningen van Seba en van Saba komen hun schatting betalen. Alle koningen buigen voor hem neer en alle volken dienen hem.
Hij redt de misdeelde die om hulp smeekt, de arme die geen helper heeft. Wie behoeftig en misdeeld is, toont hij erbarmen, de misdeelden redt hij het leven.

Tweede lezing

Ef. 3, 2-3a. 5-6
Nu is geopenbaard dat de heidenen mede-erfgenamen zijn van de belofte.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus aan de Efeziërs
Broeders en zusters,
Gij hebt vernomen van het beheer van Gods genade die mij gegeven is met het oog op u; want door openbaring werd het geheim aan mij bekend gemaakt
dat onder vroegere geslachten niet bekend was gemaakt aan de kinderen der mensen, zoals het nu in de Geest geopenbaard is aan zijn heilige apostelen en profeten: dat de heidenen mede-erfgenamen, medeleden en mededeelgenoten zijn van de belofte in Christus Jezus door middel van het Evangelie.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Evangelie

Mt. 2, 1-12
Wij zijn gekomen uit het oosten om de Koning te aanbidden.
De Heer zij met u. allen: En met uw geest. Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. allen: Lof zij U, Christus.
Toen Jezus te Betlehem in Judea geboren was, in de dagen van koning Herodes, kwamen er Wijzen uit het oosten naar Jeruzalem. Ze zeiden: “Waar is Hij die geboren is, de Koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.” Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Christus geboren zou worden. Ze zeiden hem: “Te Betlehem in Judea, want zo staat er geschreven bij de profeet: ‘En gij Betlehem, land van Juda, zijt volstrekt niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen die mijn volk Israël zal weiden.’” Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en kwam van hen nauwkeurig de tijd te weten waarop de ster verschenen was. En terwijl hij hen naar Betlehem stuurde, zei hij: “Gaat een nauwkeurig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij Het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik Hem kan gaan aanbidden.” Na de koning aanhoord te hebben, trokken zij verder. En zie, de ster die zij gezien hadden in het oosten, ging voor hen uit, totdat ze stil bleef staan boven de plaats waar het Kind zich bevond. Bij het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen het Kind met zijn moeder Maria, vielen op hun knieën neer en aanbaden Hem. Zij openden hun schatkisten en boden Hem geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.
Woord van de Heer. allen: Wij danken God.

Bron: Tiltenberg Getijdengebed

Terug naar boven