Lezingen - 29 augustus 2032
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Pagina 280 (nieuw)
Pagina 623 (oud)
22e zondag door het jaar
Eerste lezing
Jer. 20, 7-9
Het woord van de Heer brengt mij schande en smaad.
Lezing uit het Boek Jeremia
Heer, Gij hebt mij verleid, ik ben bezweken;
Gij waart mij te sterk, en hebt mij overwonnen.
De hele dag lacht men mij uit, iedereen drijft de spot met mij.
Telkens als ik het woord neem,
moet ik schreeuwen en “geweld en onderdrukking” roepen.
Het woord van de Heer brengt mij iedere dag schande en smaad.
En ik zei:
“Ik wil niet meer aan Hem denken, niet meer spreken in zijn Naam.”
Maar dan laait er iets als een vuur op in mijn hart,
het brandt in mijn gebeente.
Ik doe alle moeite om het in bedwang te houden, maar het lukt me niet.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 63 (62), 2. 3-4. 5-6. 8-9 (R. 2b)
R. Mijn ziel heeft dorst naar U, Heer, mijn God.
God, Gij zijt mijn God, ik zoek naar U,
mijn ziel heeft dorst naar U,
mijn lichaam hunkert naar U,
in een dor land dat snakt naar water.
Zo kijk ik naar U uit in uw heiligdom,
uw kracht en uw heerlijkheid wil ik aanschouwen.
Uw barmhartigheid is mij liever dan het leven,
mijn lippen loven U.
Zo wil ik U zegenen mijn leven lang,
mijn handen opheffen naar uw Naam.
Dan wordt mijn ziel met overvloed verzadigd
en juichend prijzen U mijn lippen.
Want Gij zijt altijd mijn helper geweest,
ik juich in de schaduw van uw vleugels.
Mijn ziel hangt aan U,
uw rechterhand houdt mij vast.
Tweede lezing
Rom. 12, 1-2
Biedt uw lichamen aan als een levende offergave.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus
aan de Romeinen
Ik smeek u, broeders en zusters, bij Gods erbarming
om uw lichamen aan te bieden,
een levende, heilige offergave, welgevallig aan God,
als de geestelijke eredienst die u past.
Wordt niet gelijkvormig aan deze wereld,
maar laat u omvormen door de vernieuwing van gezindheid
om te kunnen onderscheiden wat de wil van God is,
wat goed is, welgevallig en volmaakt.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Mt. 16, 21-27
Als iemand achter Mij aan wil gaan,
moet hij zichzelf verloochenen.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken
dat Hij naar Jeruzalem moest gaan
en veel zou lijden van de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden
en ter dood gebracht zou worden en op de derde dag zou verrijzen.
Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te berispen:
“Dat verhoede God, Heer!
Dat mag U nooit gebeuren!”
Maar Hij keerde zich om en zei tot Petrus:
“Ga achter Mij aan, satan!
Gij zijt Mij een aanstoot,
want gij denkt niet aan de dingen van God,
maar aan die van de mensen.”
Toen zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Als iemand achter Mij aan wil gaan,
moet hij zichzelf verloochenen
en zijn kruis opnemen en Mij volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen;
maar wie zijn leven zal verliezen omwille van Mij, zal het vinden.
Wat baat het een mens wanneer hij heel de wereld wint,
maar schade lijdt aan zijn ziel?
Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel?
Want de Mensenzoon zal komen
in de heerlijkheid van zijn Vader met zijn engelen,
en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven