
Lezingen - 7 mei 2031
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Woensdag in de vierde week van Pasen
Eerste lezing
Hand. 12, 24-13, 5a
Zondert Mij Barnabas en Saulus af.
Uit de Handelingen van de Apostelen
In die dagen
gedijde het woord des Heren en breidde zich uit.
Barnabas en Saulus keerden terug
na hun dienstwerk in Jeruzalem volbracht te hebben
en namen Johannes, die ook Marcus genoemd werd mee.
In de gemeente van Antiochië waren er profeten en leraren:
Barnabas, Simon die Niger genoemd werd,
Lucius uit Cyrene,
Manaën, jeugdvriend van de viervorst Herodes en Saulus.
Terwijl ze eens voor de Heer de heilige dienst verrichtten
en vastten
sprak de heilige Geest:
„Zondert Mij Barnabas en Saulus af voor het werk
waartoe Ik hen heb geroepen.”
Na vasten en gebed
legden ze hun toen de handen op en lieten hen vertrekken.
Aldus door de heilige Geest uitgezonden
gingen zij naar Seleucië en voeren vandaar naar Cyprus.
Zij kwamen aan in Sálamis
en predikten er het woord Gods
in de synagogen van de Joden.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 67 (66), 2-3, 5, 6, 8
R: Geef dat de volken U eren, o God,
dat alle volken U eren!
of:
Alleluia.
God, wees ons barmhartig en zegen ons,
toon ons het licht van uw aanschijn;
opdat men op aarde uw wegen mag kennen,
in alle landen uw heil.
Laat alle naties van vreugde juichen
omdat Gij de volken rechtvaardig regeert
en alles op aarde bestuurt.
Geef dat de volken U eren, o God,
dat alle volken U eren.
God geve ons zo zijn zegen
dat heel de aarde Hem vreest.
Evangelie
Joh. 12, 44-50
Als een licht ben Ik in de wereld gekomen.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd verklaarde Jezus met luide stem:
„Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij
maar in Hem die Mij gezonden heeft
en wie Mij ziet
ziet Hem die Mij gezonden heeft.
Als een licht ben Ik in de wereld gekomen,
opdat al wie in Mij gelooft,
niet in de duisternis blijft.
Indien iemand mijn woorden hoort
zonder ze te onderhouden
dan veroordeel Ik hem niet,
want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen
maar om de wereld te redden.
Want wie Mij verwerpt en mijn woorden niet aanvaardt
heeft reeds iemand die hem veroordeelt:
het woord dat Ik gesproken heb,
dat zal hem veroordelen op de laatste dag.
Ik heb immers niet uit Mijzelf gesproken,
maar de Vader die Mij gezonden heeft,
Hij heeft Mij opgedragen wat Ik moet zeggen en verkondigen.
Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent.
Wat Ik dus verkondig
verkondig Ik zoals de Vader het Mij gezegd heeft.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven