
Lezingen - 29 augustus 2028
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Marteldood van de H. Johannes de Doper
Eerste lezing
II Tess. 2, 1-3a. 14-17
Houdt u aan de overleveringen waarin gij door ons zijt onderwezen.
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica
Broeders en zusters,
Wij moeten u verzoeken
in verband met de komst van onze Heer Jezus Christus
en onze hereniging met Hem
niet zo gauw uw bezinning te verliezen,
en u niet te laten opschrikken
door profetieën, uitspraken of brieven
die van ons afkomstig zouden zijn, en die beweren
dat de dag van de Heer is aangebroken.
Laat u door niemand iets wijsmaken!
God heeft u geroepen
door onze verkondiging van het evangelie,
opdat gij
de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus zoudt verwerven.
Dus, broeders en zusters,
staat vast en houdt u aan de overleveringen
waarin gij door ons zijt onderwezen,
hetzij mondeling hetzij schriftelijk.
Moge de Heer Jezus Christus zelf,
moge God, onze Vader
die ons zijn liefde heeft betoond, en ons in zijn genade
eeuwige troost en blijde hoop heeft geschonken,
uw harten bemoedigen
en sterken met alle goeds, in woord en daad.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 96 (95), 10, 11-12,13
R: Rechtvaardig zal de Heer de wereld regeren.
Zegt tot elkander: de Heer regeert!
Onwrikbaar heeft Hij de aarde geschapen,
de volken bestuurt Hij met billijkheid.
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde,
de zee neuriet mee met al wat daar leeft;
de velden zwaaien met al hun gewassen,
de woudreuzen buigen hun kruin.
Zij juichen de Heer toe omdat Hij komt,
Hij komt als koning der aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren,
de volkeren eerlijk en trouw.
Evangelie
Mc. 6, 17-29
Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen
en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus,
want hij had haar tot vrouw genomen.
Johannes had immers tot Herodes gezegd:
„Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.”
Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden,
maar zij kreeg geen kans
want Herodes had ontzag voor Johannes.
Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was
en nam hem in bescherming.
Telkens wanneer hij hem gehoord had verkeerde hij in tweestrijd
maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag,
toen Herodes bij zijn verjaardag
een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders,
zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias trad op met een dans
en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten.
De koning zei tot het meisje:
„Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.”
En hij bevestigde haar met een eed:
„Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven
al is het de helft van mijn koninkrijk.”
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder:
„Wat zou ik vragen?”
Deze antwoordde:
„Het hoofd van Johannes de Doper.”
Zij haastte zich naar binnen, naar de koning
en zei hem haar verlangen:
„Ik wil
dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.”
Dit deed de koning leed,
maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten
wilde hij haar niet afwijzen.
Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht
en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen.
De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje;
het meisje gaf het weer aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden
kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven