Lezingen - 1 november 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Pagina 363 (nieuw)
Pagina 916 (oud)
Allerheiligen
Eerste lezing
Apok. 7, 2-4. 9-14
Ik zag een grote menigte die niemand tellen kon,
uit alle naties en stammen en volken en talen.
Lezing uit het Boek Apokalyps
van de heilige apostel Johannes
Ik, Johannes,
zag een andere engel opstijgen van de opgang van de zon
met het zegel van de levende God.
En hij riep met luide stem tot de vier engelen
aan wie het gegeven was schade toe te brengen aan de aarde en de zee:
“Brengt geen schade toe aan de aarde,
noch aan de zee, noch aan de bomen,
voordat wij de dienstknechten van onze God
met het zegel op hun voorhoofd getekend hebben.”
En ik vernam het aantal getekenden:
honderdvierenveertigduizend getekenden
uit alle stammen van de kinderen van Israël.
Daarna zag ik een grote menigte die niemand tellen kon,
uit alle naties en stammen en volken en talen.
Zij stonden voor de troon en voor het Lam,
gekleed in witte gewaden en met palmtakken in hun handen.
En zij riepen met luide stem:
“Het heil komt toe aan onze God die op de troon is gezeten,
en aan het Lam!”
En alle engelen stonden rondom de troon,
de oudsten en de vier dieren,
zij wierpen zich met hun gezicht ter aarde neer voor de troon, aanbaden God
en zeiden:
“Amen!
Lof en heerlijkheid,
wijsheid en dank,
eer, macht en sterkte
aan onze God tot in de eeuwen der eeuwen, amen!”
Toen begon een van de oudsten te spreken en zei tot mij:
“Die daar, gekleed in witte gewaden,
wie zijn zij en waar komen zij vandaan?”
Ik antwoordde hem:
“Mijn heer, dat weet gij.”
Toen zei hij tot mij:
“Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen;
zij hebben hun gewaden gewassen
en deze wit gemaakt in het bloed van het Lam.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 24 (23), 1-2. 3-4ab. 5-6 (R. vgl. 6)
R. Dit is het geslacht van hen die zoeken naar uw gelaat, Heer.
Aan de Heer behoort de aarde en al wat zij omvat,
het vaste land en zijn bewoners:
Hijzelf heeft haar op de zeeën vastgelegd
en op de stromen verankerd.
“Wie mag de berg van de Heer bestijgen?
Wie mag op zijn heilige plaats staan?”
“Wie reine handen heeft en een zuiver hart,
wie niet tot afgoden bidt.
Hij ontvangt zegen van de Heer,
verkrijgt recht van de God van zijn heil.”
Ja, zo is het geslacht van hen die Hem zoeken
en die zoeken naar uw gelaat — zo is Jakob.
Tweede lezing
I Joh. 3, 1-3
Wij zullen God zien zoals Hij is.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Johannes
Dierbaren,
Ziet hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken,
want wij worden kinderen van God genoemd
en we zijn het ook.
Daarom kent de wereld ons niet,
omdat zij Hem niet heeft gekend.
Dierbaren,
nu reeds zijn wij kinderen van God
en wat wij zullen zijn, is nog niet geopenbaard;
wij weten dat wanneer Hij zich zal openbaren,
wij aan Hem gelijk zullen zijn,
omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is.
Ieder die deze hoop op Hem stelt, maakt zich rein
zoals Hij rein is.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Mt. 5, 1-12a
Verheugt u en juicht,
want groot is uw loon in de hemel.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd,
toen Jezus de menigte zag,
ging Hij de berg op,
en nadat Hij zich had neergezet,
kwamen zijn leerlingen bij Hem.
Hij opende zijn mond en onderrichtte hen:
“Zalig de armen van geest,
want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig de treurenden,
want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen het land beërven.
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart,
want zij zullen God zien.
Zalig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden omwille van de gerechtigheid,
want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt
en valselijk van allerlei kwaad beschuldigt omwille van Mij.
Verheugt u en juicht,
want groot is uw loon in de hemel.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven