
Lezingen - 29 augustus 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Marteldood van de H. Johannes de Doper
Eerste lezing
I Kor. 1, 26-31
Wat voor de wereld zwak was heeft God uitverkoren.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters,
Denkt aan uw eigen roeping.
Naar menselijke maatstaf waren er niet velen geleerd,
niet velen machtig,
niet velen van hoge afkomst.
Nee, wat voor de wereld dwaas is
heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen;
wat voor de wereld zwak is
heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen;
wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend
heeft God uitverkoren;
wat niets is
om teniet te doen wat iets is,
opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf.
Dank zij Hem zijt gij in Christus Jezus
die van Godswege heel onze wijsheid is geworden,
onze gerechtigheid, heiliging en verlossing.
Daarom: zoals er geschreven staat,
„als iemand wil roemen
laat hem roemen op de Heer.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 33 (32), 12-13, 18-19, 20-21
R: Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Zalig het volk dat de Heer heeft als God,
de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.
Hoog uit de hemel schouwt God omlaag,
blikt neer op de zonen der mensen.
Maar het is God die zijn dienaars bewaakt,
hen die op zijn gunst vertrouwen.
Dat Hij hen redden zal van de dood,
bij hongersnood hen zal voeden.
Daarom vertrouwt ons hart op de Heer,
is Hij ons een schild en een helper.
Daarom is Hij de vreugd van ons hart,
zijn heilige Naam onze toevlucht.
Evangelie
Mc. 6, 17-29
Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen
en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus,
want hij had haar tot vrouw genomen.
Johannes had immers tot Herodes gezegd:
„Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.”
Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden,
maar zij kreeg geen kans
want Herodes had ontzag voor Johannes.
Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was
en nam hem in bescherming.
Telkens wanneer hij hem gehoord had verkeerde hij in tweestrijd
maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag,
toen Herodes bij zijn verjaardag
een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders,
zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias trad op met een dans
en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten.
De koning zei tot het meisje:
„Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.”
En hij bevestigde haar met een eed:
„Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven
al is het de helft van mijn koninkrijk.”
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder:
„Wat zou ik vragen?”
Deze antwoordde:
„Het hoofd van Johannes de Doper.”
Zij haastte zich naar binnen, naar de koning
en zei hem haar verlangen:
„Ik wil
dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.”
Dit deed de koning leed,
maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten
wilde hij haar niet afwijzen.
Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht
en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen.
De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje;
het meisje gaf het weer aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden
kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven