Lezingen - 24 juni 2026
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
Geboorte van de H. Johannes de Doper
Eerste lezing
Jes. 49, 1-6
Ik maak u tot een licht voor de heidenen.
Lezing uit het Boek Jesaja
Luistert naar mij, eilanden,
luistert aandachtig, volkeren van ver:
De Heer heeft mij vanaf de moederschoot geroepen,
vanaf de schoot van mijn moeder heeft Hij mijn Naam genoemd.
Hij heeft mijn mond tot een snedig zwaard gemaakt,
met de schaduw van zijn hand heeft Hij mij beschermd.
Hij maakte van mij een geslepen pijl,
en in zijn koker heeft Hij mij geborgen.
Hij sprak tot mij:
“Mijn dienaar zijt gij, Israël, in wie Ik mij zal verheerlijken.”
En ik zei:
“Vergeefs heb ik mij afgetobd,
voor niets en tevergeefs heb ik mijn kracht verbruikt,
maar mijn recht is bij de Heer
en mijn beloning bij mijn God.”
Maar nu sprak de Heer
die mij vormde tot zijn knecht vanaf de moederschoot
om Jakob terug te brengen tot Hem
en opdat Israël voor Hem zou worden verzameld.
— Ik ben verheerlijkt in de ogen van de Heer,
en mijn God is mijn sterkte. —
En Hij sprak:
“Het is te gering dat gij mijn dienaar zijt
om Jakobs stammen op te richten en de rest van Israël terug te brengen.
Ik maak u tot een licht voor de heidenen,
zodat mijn heil verschijnt tot de grenzen van de aarde.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 139 (138), 1-3. 13-14ab. 14c-15 (R. 14a)
R. Ik prijs U voor het ontzagwekkend wonder dat ik ben.
Heer, Gij doorgrondt mij en Gij kent mij,
Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,
Gij doorziet mijn gedachten van verre.
Mijn gaan en rusten zijn U bekend,
Gij zijt vertrouwd met al mijn wegen.
Gij hebt mijn nieren geschapen,
mij samengevlochten in mijn moeders schoot.
Ik loof U voor het ontzagwekkend wonder dat ik ben;
wonderlijk zijn uw werken.
Mijn ziel weet het heel goed.
Mijn gebeente had voor U geen geheimen,
toen ik in het verborgene werd gemaakt,
werd samengeweven in de diepten van de aarde.
Tweede lezing
Hand. 13, 22-26
Johannes predikte vóór het optreden van Christus.
Lezing uit de Handelingen van de apostelen
In die dagen zei Paulus:
“God verhief voor de vaderen David tot koning.
Van deze gaf Hij het getuigenis:
‘Ik heb David gevonden, de zoon van Isaï,
een man naar mijn hart die mijn wil in alles zal volbrengen.’
Uit diens nageslacht heeft God volgens belofte
voor Israël een Verlosser doen voortkomen, Jezus,
nadat Johannes vóór zijn optreden
een doopsel van bekering had gepredikt aan heel het volk Israël.
Toen Johannes aan het einde van zijn loopbaan was, zei hij:
‘Wie meent ge dat ik ben?
Dat ben ik niet;
maar zie, na mij komt Hij
van wie ik niet waardig ben de sandalen van de voeten los te maken.’
Mannenbroeders,
zonen uit Abrahams geslacht en godvrezenden onder u:
tot ons is dit woord van heil gezonden.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Evangelie
Lc. 1, 57-66. 80
Johannes is zijn naam.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
allen: Lof zij U, Christus.
Voor Elisabeth was de tijd vervuld om te baren
en zij beviel van een zoon.
Haar buren en verwanten hoorden,
hoe groot de barmhartigheid was die de Heer aan haar had betoond
en zij verheugden zich met haar.
Op de achtste dag kwamen ze het kind besnijden
en ze wilden het de naam van zijn vader, Zacharias, geven.
Maar zijn moeder zei:
“Nee, Johannes zal hij heten.”
Zij zeiden haar:
“Er is niemand van uw verwanten met die naam.”
Ze wenkten zijn vader, hoe hij het wilde noemen.
Deze vroeg een schrijftafeltje en schreef erop:
“Johannes is zijn naam.”
En allen stonden verbaasd.
Onmiddellijk werd zijn mond geopend en ook zijn tong
en hij zegende God.
Vrees vervulde allen die daar in de buurt woonden,
en in heel het bergland van Judea werd al het gebeurde besproken.
En allen die het hoorden, dachten erover na en vroegen zich af:
“Wat zal er worden van dit kind?”
Want de hand van de Heer was met hem.
Het kind groeide op en werd sterk in de Geest.
Hij verbleef in de woestijn tot de dag,
waarop hij zich aan Israël in het openbaar vertoonde.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven