
Lezingen - 29 augustus 2025
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Marteldood van de H. Johannes de Doper
Eerste lezing
1 Tess. 4, 1-8
God wil dat gij u heiligt.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica
Broeders en zusters,
Wij vragen en vermanen u in de Heer Jezus,
dat gij de overlevering die gij van ons hebt ontvangen
omtrent een aan God welgevallige levenswandel,
nog trouwer naleeft dan gij al doet.
Gij kent de voorschriften
die wij u op gezag van de Heer Jezus gegeven hebben.
In de eerste plaats wil God
dat gij u heiligt door u te onthouden van ontucht.
Ieder van u
moet met zijn vrouw leven in heilige tucht en eerbaarheid,
zonder zich door hartstocht te laten meeslepen
zoals de heidenen, die God niet kennen.
Laat niemand zich te buiten gaan
en zijn broeder in deze aangelegenheid tekort doen
want de Heer straft dit alles,
zoals wij u vroeger al met nadruk verklaard hebben.
God heeft ons niet geroepen tot onkuisheid, maar tot heiliging.
Derhalve, wie deze vermaningen in de wind slaat
veracht niet een mens maar God,
Hem die u zijn heilige Geest schenkt.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 97 (96), 1, 2b, 5-6, 10, 11-12
R: Weest blij in de Heer, gij vromen.
De Heer is koning, de aarde mag juichen,
blij zijn de landen rondom de zee,
recht en gerechtigheid dragen zijn troon.
Bergen smelten als was voor de Heer,
de heerser van heel de wereld:
De hemel verkondigt zijn heiligheid
en alle volken aanschouwen zijn glorie.
De Heer heeft hen lief die het kwade haten,
Hij houdt over zijn getrouwen de wacht
en redt hen uit wrede handen.
Steeds komt er licht voor de vromen,
geluk voor oprechten van hart.
Weest blij in de Heer, gij vromen,
verheerlijkt zijn heilige Naam.
Evangelie
Mc. 6, 17-29
Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen
en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus,
want hij had haar tot vrouw genomen.
Johannes had immers tot Herodes gezegd:
„Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.”
Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden,
maar zij kreeg geen kans
want Herodes had ontzag voor Johannes.
Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was
en nam hem in bescherming.
Telkens wanneer hij hem gehoord had verkeerde hij in tweestrijd
maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag,
toen Herodes bij zijn verjaardag
een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders,
zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias trad op met een dans
en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten.
De koning zei tot het meisje:
„Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.”
En hij bevestigde haar met een eed:
„Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven
al is het de helft van mijn koninkrijk.”
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder:
„Wat zou ik vragen?”
Deze antwoordde:
„Het hoofd van Johannes de Doper.”
Zij haastte zich naar binnen, naar de koning
en zei hem haar verlangen:
„Ik wil
dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.”
Dit deed de koning leed,
maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten
wilde hij haar niet afwijzen.
Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht
en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen.
De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje;
het meisje gaf het weer aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden
kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven