
Lezingen - 26 juli 2023
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar A
HH. Joachim en Anna, ouders van de heilige maagd Maria
Eerste lezing
Ex. 16, 1-5. 9-15
Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.
Uit het Boek Exodus
Van Elim trok heel de gemeenschap van de Israëlieten verder
en bereikte de woestijn van Sin, tussen Elim en de Sinaï.
Het was de vijftiende dag van de tweede maand
na hun vertrek uit Egypte.
Toen ze in de woestijn waren,
begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren
tegen Mozes en Aäron.
De Israëlieten zeiden tegen hen:
„Waren we maar door de hand van de Heer gestorven in Egypte
waar we bij de vleespotten zaten en volop brood konden eten.
„Gij hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht
om al deze mensen van honger te laten omkomen”
Toen sprak de Heer tot Mozes:
„Ik zal brood voor u laten regenen uit de hemel.
„De mensen moeten er dagelijks op uit gaan
en de hoeveelheid voor één dag verzamelen.
„Dan kan Ik vaststellen of het mijn leiding wil volgen of niet.
„Maar op de zesde dag moeten ze eens zo veel verzamelen
en toebereiden als op andere dagen.”
En Mozes sprak tot Aäron:
„Zeg aan heel de gemeenschap der Israëlieten het volgende:
Nader tot de Heer, want Hij heeft uw gemor gehoord.”
Terwijl Aäron sprak,
keerde heel de gemeenschap der Israëlieten zich naar de woestijn.
En daar verscheen hun in een wolk de heerlijkheid van de Heer.
De Heer sprak tot Mozes:
„Ik heb het gemor van de Israëlieten gehoord.
„Dit moet ge hun zeggen:
Tegen de avond kunt ge vlees eten
en morgenochtend zult ge volop brood hebben.
„Dan zult ge weten dat Ik de Heer, uw God, ben.”
En het was avond,
toen kwartels kwamen aangevlogen
die neervielen over heel het kamp.
De volgende morgen hing er dauw rondom het kamp.
En toen deze was opgetrokken lag er over de woestijn
een fijne korrelige laag, alsof de grond met rijp was bedekt.
De Israëlieten zagen het en vroegen:
„Wat is dat?”
Ze wisten werkelijk niet wat het was.
Mozes legde hun uit: „Dit is het brood dat God de Heer u te eten geeft.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 78 (77), 18-19, 23-24, 25-26, 27-28
R: De Heer gaf zijn volk brood uit de hemel.
Zij tartten Hem in hun overmoed
en eisten dat Hij hun honger zou stillen.
Zij spraken zonder geloof over God
kan Hij in de steppe een maaltijd bereiden?
Toch gaf Hij de wolken daarboven bevel
en opende Hij de sluizen des hemels
het regende manna als voedsel voor hen,
zij kregen brood uit de hemel.
De mens mocht het brood van de Machtigen eten,
Hij zond hun genoeg voor de reis.
De oostenwind liet Hij los uit de hemel,
een storm uit het zuiden joeg Hij naar hen toe.
Toen daalde het vlees op hen neer als stof,
een vogelzwerm als een zandstorm.
Zij vielen neer op de legerplaats
en lagen rondom de tenten.
Evangelie
Mt. 13, 1-9
De opbrengst van het zaad
dat viel op goede grond was honderdvoudig.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
allen: Lof zij U, Christus.
Op zekere dag had Jezus zijn huis verlaten
en zat aan de oever van het meer.
Toen verzamelde zich bij Hem een menigte, zó talrijk,
dat Hij in een boot moest stappen om daar plaats te nemen,
terwijl de hele menigte langs het strand bleef staan.
Hij sprak tot hen over vele dingen in gelijkenissen.
„Eens – zo begon Hij –
ging een zaaier uit om te zaaien.
„Bij het zaaien viel een gedeelte op de weg
en de vogels kwamen het opeten.
„Een ander gedeelte viel op de rotsachtige plekken
waar het niet veel aarde had;
het schoot snel op omdat het in ondiepe grond lag.
„Toen de zon was opgekomen kreeg het te lijden van de hitte,
zodat het verdorde bij gebrek aan wortel.
„Weer een ander gedeelte viel onder de distels
en deze schoten op, zodat het verstikte.
„Een ander gedeelte tenslotte viel op goede grond
en leverde vrucht op
deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig.
„Wie oren heeft, hij luistere.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven