
Lezingen - 30 augustus 2022
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar C
Dinsdag in de 22e week door het jaar
Eerste lezing
I Kor. 2, 10b-16
Een ongeestelijk mens aanvaardt niet wat komt van de Geest van God; een geestelijk mens echter kan alles beoordelen.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters,
De Geest van God doorgrondt alles,
zelfs de diepste geheimen van God.
Ook onder ons, mensen, wordt iemand alleen gekend
door zijn eigen geest in hem, niet door een ander.
Zo kent niemand het wezen van God
dan alleen de Geest van God.
Wij echter hebben niet de geest van de wereld ontvangen
maar de Geest die van God komt.
Hij doet ons inzien
al wat God ons in zijn genade gegeven heeft.
En daarover spreken wij,
niet met woorden ontleend aan menselijke wijsheid
maar onderricht door de Geest,
geestelijke gaven uitleggend aan geestelijke mensen.
Een ongeestelijk mens aanvaardt niet
wat komt van de Geest van God;
het is dwaasheid voor hem,
hij is niet in staat deze dingen te vatten
want ze kunnen alleen beoordeeld worden
in het licht van de Geest.
Een geestelijk mens kan alles beoordelen,
maar niemand oordeelt over hém.
Wie kent de gedachte van de Heer?
Wie kan Hem raad geven?
Maar onze gedachte is de gedachte van Christus.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 145 (144), 8-9, 10-11, 12-13ab, 13bc-14
R: De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen.
De Heer is vol liefde en medelijden,
lankmoedig en zeer goedgunstig.
De Heer is bezorgd voor iedere mens,
barmhartig voor al wat Hij maakte.
Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.
Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw koninkrijk.
Uw rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.
Waarachtig is God in al zijn woorden
en heilig in al wat Hij doet.
De Heer ondersteunt die dreigen te vallen,
richt alwie gebukt gaat weer op.
Evangelie
Lc. 4, 31-37
Ik weet wie Gij zijt: de Heilige Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd ging Jezus naar Kafarnaüm, een stad in Galilea
en trad daar op de sabbat voor de mensen als leraar op.
Zij waren buiten zichzelf van verbazing over zijn leer,
omdat Hij sprak met gezag.
Eens bevond zich in de synagoge een man die bezeten was
door een onreine geest en die luid begon te schreeuwen:
„Jezus van Nazaret,
wat hebben wij met elkaar te maken?
„Zijt Ge gekomen om ons in het verderf te storten?
„Ik weet wie Gij zijt: de Heilige Gods.”
Jezus voegde hem toe:
„Zwijg stil en ga van hem weg.”
De boze geest slingerde hem tussen de mensen
en ging van hem weg
zonder hem enig letsel te hebben toegebracht.
Ze stonden allen met verbazing geslagen en zeiden tot elkaar:
„Wat is dat voor een woord,
dat met gezag en macht aan de onreine geesten een bevel geeft
dat ze weggaan?”
En zijn faam verspreidde zich over alle plaatsen van die streek.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven