
Lezingen - 2 oktober 2015
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
HH. Engelbewaarders
Eerste lezing
Bar. 1, 15-22
Wij hebben gezondigd tegen de Heer onze God.
Uit de Profeet Baruch
De Heer onze God is rechtvaardig,
maar wij, Judeeërs en burgers van Jeruzalem,
onze koningen en edelen,
onze priesters en profeten en onze voorvaderen
staan nu vol schaamte voor Hem:
wij hebben gezondigd tegen de Heer onze God.
Ongehoorzaam waren wij;
wij hebben niet naar Hem geluisterd
en niet geleefd volgens zijn voorschriften.
Vanaf de tijd dat de Heer onze God
onze voorouders uit Egypte leidde
tot vandaag toe waren wij Hem ongehoorzaam;
in onze lichtzinnigheid hebben wij niet naar Hem geluisterd.
Zo hebben ons tot op heden
de rampen en de vervloekingen getroffen,
die de Heer zijn dienaar Mozes liet afkondigen
bij de uittocht van onze voorouders uit Egypte
naar het land van melk en honing.
Wij hebben niet geluisterd
naar de woorden van de profeten
die de Heer onze God ons gezonden had.
Wij gingen hardnekkig onze eigen weg,
dienden andere goden
en deden wat de Heer onze God mishaagt.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 79 (78), 1-2, 3-5, 8, 9
R: God van ons heil, om uw Naam, bevrijd ons.
God, heidenen zijn in uw erfdeel gedrongen,
zij hebben uw heilige tempel ontwijd
en maakten uw stad tot een puinhoop.
Uw dienaren hebben zij omgebracht,
hun lijken liggen als aas voor de vogels,
de wilde dieren eten hun vlees.
Als water vloeide hun bloed van de muren
en niemand was er die hen begroef.
Wij wekken de spotlust van onze buren,
die rondom ons wonen smalen op ons.
Hoelang nog, Heer? blijft Gij eeuwig verbolgen
en laat Gij uw gramschap branden als vuur?
Laat ons niet boeten voor vroegere zonden,
komt met uw barmhartigheid ons tegemoet,
want wij zijn maar zwakke mensen.
Ach help ons, God van ons heil, om uw Naam,
bevrijd ons, vergeef onze zonden.
Evangelie
Mt. 18, 1-5.10
Zij hebben engelen,
en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht
van mijn Vader die in de hemel is.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd richtten de leerlingen tot Jezus de vraag:
„Wie is nu wel de grootste in het Rijk der hemelen?”
Hij riep een klein kind,
zette het in hun midden en zei
„Voorwaar, Ik zeg u:
als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen,
zult gij het Rijk der hemelen zeker niet binnengaan.
Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind,
is de grootste in het Rijk der hemelen.
En wie in mijn Naam zulk een kind opneemt
neemt Mij op.
Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten,
want Ik zeg u:
zij hebben engelen in de hemel
en deze aanschouwen voortdurend
het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven