
Lezingen - 15 september 2015
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Heilige maagd Maria, Moeder van Smarten
Eerste lezing
I Tim. 3, 1-13
Een leider in de gemeente moet onberispelijk zijn.
Diakens moeten trouw zijn aan het geheim van het geloof
met een zuiver geweten.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs
Dierbare,
Dit woord is betrouwbaar:
streeft iemand naar het leidersambt
dan begeert hij een voortreffelijke taak.
Een leider in de gemeente moet onberispelijk zijn,
de man van één vrouw,
matig, verstandig, beschaafd,
gastvrij, bekwaam om te onderwijzen,
niet aan de wijn verslaafd,
niet opvliegend maar inschikkelijk, niet strijdlustig, niet geldzuchtig,
iemand die zijn eigen huis goed bestuurt
en met ernst en waardigheid gezag oefent over zijn kinderen.
Als iemand zijn eigen huisgezin niet weet te besturen,
hoe zal hij dan zorg kunnen dragen voor de gemeente Gods?
Hij mag geen pas bekeerde zijn,
opdat hij niet verwaand wordt en hem het vonnis van de duivel treft.
Hij moet ook goed aangeschreven staan bij hen
die niet tot de gemeente behoren;
anders komt hij in opspraak
en valt misschien in de strikken van de duivel.
Evenzo moeten de diakens mannen van eer zijn,
mannen van hun woord,
niet aan de wijn verslaafd of belust op winstbejag,
trouw aan het geheim van het geloof met een zuiver geweten.
Ook zij moeten eerst een onderzoek ondergaan;
daarna kunnen zij, als er geen klachten zijn hun dienst vervullen.
Eveneens moeten hun vrouwen eerzaam zijn,
geen kwaadspreeksters,
matig en in alle opzichten betrouwbaar.
Diakens moeten mannen van één vrouw zijn
en hun kinderen en hun huisgezin goed weten te leiden.
Zij die hun dienst goed vervullen
verwerven zich een eervolle rang en een grote openheid,
gebaseerd op het geloof in Christus Jezus.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 101 (100), 1-2ab, 2cd-3ab, 5, 6
R: Ik volg steeds de weg van de onschuld.
Van goedheid en recht wil ik zingen,
U loven, o Heer.
Ik volg steeds de weg van de onschuld:
kom mij tegemoet!
Met zuiver hart wil ik leven
ook binnen mijn huis.
Ik zal geen plannen beramen
in strijd met het recht.
Wie steeds zijn naaste belastert
hem snoer ik de mond;
wie trots en hooghartig rondloopt,
ik wil hem niet zien.
Ik zoek in het land de getrouwen
om bij mij te zijn:
die onberispelijk leven,
die neem ik in dienst.
Evangelie
Joh. 19, 25-27
Hoeveel kwelling, hoeveel pijnen teisterden die goede Moeder, toen haar ogen moesten rusten op het lijden van haar Zoon (Stabat Mater).
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
stonden bij Jezus’ kruis zijn moeder, de zuster van zijn moeder,
Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.
Toen Jezus zijn moeder zag
en naast haar de leerling die Hij liefhad
zei Hij tot zijn moeder:
„Vrouw, zie daar uw zoon.”
Vervolgens zei Hij tot de leerling:
„Zie daar uw moeder.”
En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven