Lezingen - 29 augustus 2015
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
Marteldood van de H. Johannes de Doper
Eerste lezing
1 Tess. 4, 9-12
Zelf hebt gij van God geleerd elkander te beminnen.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica
Broeders en zusters,
Over de broederliefde is het niet nodig u te schrijven.
Zelf hebt gij van God geleerd elkander te beminnen,
en gij beoefent de liefde dan ook
jegens alle broeders in heel Macedonië.
Wij sporen u alleen aan, broeders en zusters,
dit nog veel meer te doen.
Stelt er een eer in rustig uw eigen zaken te behartigen
en met eerlijke arbeid in uw onderhoud te voorzien,
zoals wij u bevolen hebben.
Dan zal uw gedrag
een waardige indruk maken op de buitenstaanders
en zijt gij van niemand afhankelijk.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 98 (97), 1, 7-8, 9
R: Rechtvaardig bestuurt God de wereld,
de volken met billijkheid.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.
De zee stemt in met al haar gedierte,
de aarde met al wat daar leeft;
de beken klateren bijval,
de bergen jubelen mee.
Zij groeten de Heer, die nabij komt,
die nadert als koning der aarde.
Rechtvaardig bestuurt Hij de wereld,
de volken met billijkheid.
Evangelie
Mc. 6, 17-29
Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd had Herodes Johannes laten grijpen
en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus,
want hij had haar tot vrouw genomen.
Johannes had immers tot Herodes gezegd:
„Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben.”
Herodias was daarom op hem gebeten en wilde hem doden,
maar zij kreeg geen kans
want Herodes had ontzag voor Johannes.
Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was
en nam hem in bescherming.
Telkens wanneer hij hem gehoord had verkeerde hij in tweestrijd
maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag,
toen Herodes bij zijn verjaardag
een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders,
zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias trad op met een dans
en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten.
De koning zei tot het meisje:
„Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.”
En hij bevestigde haar met een eed:
„Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven
al is het de helft van mijn koninkrijk.”
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder:
„Wat zou ik vragen?”
Deze antwoordde:
„Het hoofd van Johannes de Doper.”
Zij haastte zich naar binnen, naar de koning
en zei hem haar verlangen:
„Ik wil
dat u mij op staande voet op een schotel
het hoofd van Johannes de Doper geeft.”
Dit deed de koning leed,
maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten
wilde hij haar niet afwijzen.
Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht
en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen.
De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje;
het meisje gaf het weer aan haar moeder.
Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden
kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven