Lezingen - 29 juli 2015
Spring naar hoofdtekstNavigatiekalender
Navigatie
Jaar B
HH. Marta, Maria en Lazarus
Eerste lezing
Ex. 34, 29-35
Die de glans zagen op het gezicht van Mozes
durfden hem niet te naderen.
Uit het Boek Exodus
Toen Mozes de berg Sinaï afdaalde
met de twee stenen platen, de tekst van het verbond,
was hij zich er niet van bewust dat zijn gezicht glansde
omdat hij met God gesproken had.
Maar Aäron en de overige Israëlieten
zagen de glans op het gezicht van Mozes wel,
en zij durfden hem niet te naderen.
Maar toen Mozes hen riep
kwamen Aäron en al de leiders van de gemeenschap naar hem toe.
Mozes bracht hun verslag uit.
Daarna kwamen al de Israëlieten naar hem toe.
Hij hield hun alles voor
wat de Heer hem op de berg Sinaï gezegd had.
Toen Mozes zijn toespraak beëindigd had,
deed hij een doek over zijn gezicht.
En telkens als Mozes naar de Heer ging om hem te spreken,
deed hij de doek af tot hij weer buiten kwam.
Als hij dan, naar buiten gekomen,
de Israëlieten ging meedelen wat zij moesten doen, deed hij,
om de Israëlieten de glans op zijn gezicht niet te laten zien,
de doek weer over zijn gezicht tot hij opnieuw naar binnen ging
om met de Heer te spreken.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 99 (98), 5, 6, 7, 9
R: Heilig is Hij, de Heer onze God.
Verheerlijkt de Heer, onze God,
en werpt u neer voor zijn voetbank,
want Hij is heilig!
Mozes en Aäron waren zijn priesters,
Samuël hoorde tot zijn aanbidders:
Zij hebben geluisterd naar zijn bevelen,
naar al wat Hij hen gebood.
Verheerlijkt de Heer onze God
en werpt u neer voor zijn heilige berg,
want heilig is Hij, de Heer onze God.
Evangelie
Joh. 11, 19-27
Ik geloof dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd
waren vele Joden naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten over het verlies van hun broer.
Zodra Martha hoorde dat Jezus op komst was
ging zij Hem tegemoet;
Maria echter bleef thuis.
Martha zei tot Jezus:
„Heer, als Gij hier waart geweest
zou mijn broer niet gestorven zijn.
Maar zelfs nu weet ik,
dat, wat Gij ook aan God vraagt,
God het U zal geven.”
Jezus zei tot haar:
„Uw broer zal verrijzen.”
Martha antwoordde:
„Ik weet dat hij zal verrijzen,
bij de verrijzenis op de laatste dag.”
Jezus zei haar:
„Ik ben de verrijzenis en het leven.
Wie in Mij gelooft zal leven
ook al is hij gestorven,
en ieder die leeft in geloof aan Mij
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dit?”
Zij zei tot Hem:
„Ja, Heer,
ik geloof vast dat Gij de Messias zijt,
de Zoon Gods die in de wereld komt.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Bron: Tiltenberg Getijdengebed
Terug naar boven